Tamoxifen ellende vs rijplezier

Ik vond de Tamoxifen (de hormoonpillen) prima te doen qua bijwerkingen, tot begin afgelopen week. Heb erg veel last gekregen van spier-, gewrichts- en botpijn. M’n huid voelt aan als een schaafwond, gewrichten voelen aan alsof er mesjes doorheen zitten en botten zijn gewoon pijnlijk. Constant schiet er kramp in steeds weer verschillende spieren. Vooral m’n benen, enkels en polsen. Er is geen botje waar ik geen last van heb. Het is een beetje te vergelijken met de beenmergspuit die ik een aantal maanden terug heb gehad. Toen ging ik door de grond van de pijn, dat is nu wel wat minder maar begint er aardig bij in de buurt te komen. Ik had hier afgelopen vrijdag al de regieverpleegkundige voor gebeld. Deze week hoor ik wat de oncoloog wil doen op basis van mijn klachten. Tot die tijd maar eens zien wat om de 3 uur paracetamol innemen doet met de pijn.

Gisteren heb ik nog wel erg fijn Meagan kunnen rijden. Ondanks dat alles zeer deed leek me goed om te proberen wat dit soort beweging met mijn lijf zou doen. Meagan was erg braaf en liep heel fijn. Zelf had ik even wat meer moeite om los te komen. Logisch eigenlijk ook gezien de afgelopen week. Het was niet al te warm en het waaide fijn. Uiteindelijk toch echt een uur op Meagan gezeten. Kwam voornamelijk omdat de oppas bij ons op stal om de hoek kwam kijken met een te gave professionele camera. Ik wist niet dat hij professioneel fotograaf was. Meagan en ik trokken nog even wat kunstjes uit de kast en ik stapte ruim voldaan van haar af. Had even een vakantiegevoel, wat ik wel veel vaker heb als ik fijn heb gereden. Alsof ik er even helemaal uit was geweest. En wonderwel had ik dat hele uur geen last gehad van spieren, botten of gewrichten en duurde het ook ca 1,5 uur voordat de pijn weer terug kwam. Dit keer wel helaas een stuk heviger dan ervoor, maar niemand pakt het van mij af dat ik even heerlijk heb kunnen rijden. Foto’s volgen nog op m’n blog.

Vandaag twijfel ik nog even of wat ik zal doen. Veel bewegen of juist rustig aan doen? Vind het een lastige. Blijkbaar is veel bewegen uiteindelijk ook weer nadelig. Of was het juist de moeheid gisteren waardoor ik extra veel last kreeg? Ik snap nog niet zoveel van de nieuwe signalen van mijn lijf.

Eindelijk de definitieve prothese

De afgelopen dagen voel ik me niet al te goed. Het is net alsof mijn lichaam koorts heeft, maar na meten gisteren bleek dat ik zelfs geen verhoging heb. Toch doet ieder spiertje in mijn lijf pijn, net als m’n gewrichten. Zelfs mijn vingertoppen en tenen. Alsof ik doorzeefd ben met mesjes. Ik gok dat het een combinatie is van grote moeheid en de Tamoxifen. Gisteravond lag ik hierdoor al heel op tijd in m’n bed. Ik heb zelfs overwogen om een kruik mee te nemen. Niet omdat ik het koud had, maar om van die ellendig pijnlijke benen af te komen. Nu lig ik alweer erg op tijd in bed maar wilde ik nog even een blog schrijven. Door die pijnlijke spieren doet m’n arm ook meer pijn dan normaal. Zodra ik m’n slechte arm op een kussen breng voelt het alsof ik mijn arm op een kookplaat leg. Geen fijne dingen.

Wat wél weer erg fijn was vandaag is dat ik mijn prothese heb gekregen! Ben er nu al erg blij mee. Je ziet van de buitenkant nu echt geen verschil meer en voordeel is ook dat deze prothese gewoon fijn op z’n plek blijft zitten. Het voelt heel vertrouwd aan. Hij zit in een speciale bh waar een stofje achter is genaaid. Zo moet ik de prothese dus in de bh schuiven en ligt de prothese niet direct op de huid. Voordeel is dat de prothese zo perfect blijft liggen. Toch controleer ik steeds of de prothese nog wel op z’n plaats ligt. Dat is een automatisme die eruit mag gaan. De prothese heeft zelfs z’n eigen bedje voor de nacht. Een voorgevormd kommetje waar de prothese ook in is geleverd. Daar moet ie ‘s nachts in slapen om z’n vorm te behouden. Ik overweeg de prothese nog een naam te geven, zoals de grote tumor Ina heette. Suggesties zijn welkom trouwens.

De prothese aanmeten

Zoals ik al gisteravond al schreef op mijn FB pagina: ‘Ik vind deze week bizar ingewikkeld qua afspraken. Ik moet constant schakelen tussen ziek zijn geweest en vooruit durven kijken. Zodra ik vooruit kijk word ik weer terug gezet naar het ziekteproces en zodra ik in het ziekteproces zit word er weer van me verwacht om vooruit te kijken.’

Afgelopen maandag was ik nog mijn nieuwe woning aan het bezichtigen en vanochtend zat ik bij een mevrouw van ProReva, die borstprotheses aanmeet en levert. Wat zag ik daar enorm tegenop. Ik hoopte erg dat ze maar alle tijd zou nemen om mij dingen uit te leggen en alle aandacht zou hebben bij het opmeten. Vooral bij het voorzichtig doen bij het aanmeten. Want de dagen na de operatie en alle bestralingen staan nog te goed in m’n geheugen gegrift. Ik vond het ook nogal een stap om weer een vreemd iemand naar het litteken te laten kijken. Gelukkig werd ik ontvangen door een medewerkster die heel erg aardig bleek te zijn en alle aandacht had voor mijn situatie. Dat was een opluchting. Toen ik enkele voorbeelden kreeg te zien van protheses besefte ik ineens dat een prothese de plek in zou gaan nemen van iets wat ik nooit meer van mezelf terug zou krijgen. Ik zou het moeten doen met een gelpack, want dat is het eigenlijk, die erg zou gaan lijken op de borst die ik kwijt ben. In een flits zag ik mezelf liggen op de operatietafel en leek de prothese precies op de borst die ze eraf hadden gehaald. Het was alsof ze ‘m een paar maanden bewaard hadden en ik ‘m nu weer terug zou krijgen. Maar tegelijkertijd kwam het besef dat dit niet van mij was. Wat een teleurstelling. Ik had even de neiging om aan de medewerkster te vragen: ‘Wat is er met mijn eigen gebeurd?’

Er lagen veel protheses, waarvan ik er een heel aantal heb gepast. Net degene die mij het beste zou passen die was er niet. Dus ik moet daar volgende week even voor terug komen. Maar dat vind ik niet erg. Straks zie je van de buitenkant echt geen verschil meer en zal je niet kunnen ontdekken dat ik een prothese draag. Het zal wel erg wennen worden om die prothese als een nieuw onderdeel van mij te gaan zien. Ik vraag me nu wel af of ik de afspraak bij de plastisch chirurg van morgen door moet laten gaan. Ik denk dat dat een beetje teveel word. Maar voor degenen die nog op zoek zijn naar een bedrijf die op een heel erg fijne manier met jou omgaat, goed luistert en alle tijd neemt voor het aanmeten van dé perfecte prothese, kan ik sinds vandaag ProReva in Zwolle echt aanbevelen!‪‬

 

De bezichtiging

Bij het bedenken van de titel van deze blog moest ik gelijk denken aan ‘De aanslag’. Een bekend boek van een Nederlandse schrijfster. ‘De bezichtiging’ zou zo maar een vervolg op dit boek kunnen zijn. Tot zover mijn fantasie.

Gisteren heb ik een bezichtiging gehad bij het huisje waar ik in mijn vorige blog over schreef. Het huisje staat in Veeningen. Dat is een plaatsje in Drenthe. Stiekem de provincie waar ik al zo lang weer naar toe terug wilde verhuizen. Oorspronkelijk kom ik ook uit Drenthe en iedere keer zodra ik het bord van de provincie Drenthe passeer overspoelt me een gevoel van thuis zijn. Nu woon ik nog tegen de grens van Drenthe aan, in Overijssel. Het was niet mijn bedoeling om direct een huisje te zoeken in Drenthe, maar ‘toeval’ regeerde. Het huisje bestaat uit één kamer. Omdat ik al erg graag in ruimte wilde inleveren heb ik hier totaal geen problemen mee. Het is een huisje wat onderdeel is van een boerderij. Compleet met rieten kap. Het heeft alles wat ik nodig heb en niks meer en niks minder. De locatie zelf is werkelijk adembenemend. Ik mag gebruik maken van een gigantisch terras, boomgaard en groentetuin. Ik kan dus iedere dag verse groente eten. Een gezonde levensstijl waar ik al graag naartoe wilde sinds mijn ziek zijn.

Ik heb ook iets met vlinders, zoals ik al eerder heb geschreven. Ik had me bedacht dat als ik er een vlinder zou zien, het een goed teken zou zijn. Na de eerste vlinder te hebben gespot bij het eerste tuintje, werd ik overspoeld met vlinders daar waar het huisje staat. Er staan veel grote struiken met bloemen erin waar vlinders op af komen. Het vliegverkeer in A’dam is er niks bij. Ze hebben er ook een aantal paarden, waaronder een prachtige Peruaanse dekhengst. Volgens mij heb ik een match gevonden voor mijn merrie die ik nog altijd eens wilde laten dekken. De eigenaren van de boerderij zijn enorm aardig. Voelde me er gelijk bij thuis. Een vriendin die mee was had er ook een erg goed gevoel over. We kregen een kop thee aangeboden en raakten verzeild in een fijn gesprek. Hierna werd de rondleiding vervolgd, omdat er nog veel meer bleek te zien. Ik keek mijn ogen uit. Mijn hoofd zat propvol indrukken en was verzadigd. Besloot dat we weer terug zouden gaan, omdat de terugreis mij ook nog genoeg energie zou kosten. Ik heb altijd gezegd dat ik thuis hoor op een boerderij, buiten. Ik ben niet iemand voor in een stad. Het platteland trekt mij enorm, maar dan wel het platteland van Drenthe. Dat glooiende en bosrijke Drenthe is wat mijn droom is om in te wonen. En nu gaat het binnenkort gebeuren. Mijn hoofd loopt nog over van alle indrukken en heb nog echt wel even een paar dagen nodig op z’n minst om daar weer rust in te krijgen. Ik heb in ieder geval een mooi vooruitzicht.

2 aankomst De Witte Velden

Mijn hele huis besmet

De week die eraan zit te komen wordt druk. De week die al bijna afgesloten is was een besluitvolle week. Nadat ik afgelopen woensdagnacht voor de zoveelste keer niet heb kunnen slapen, heb ik besloten mijn huis van de hand te doen. Ik dacht serieus wel weer te kunnen wennen in mijn eigen huis, maar in de praktijk blijkt dit niet haalbaar te zijn. Heb het gevoel alsof mijn hele huis besmet is met kanker. Overdag gaat het nog wel, maar ‘s avonds en ‘s nachts beklemt me het gevoel alsof ik er opgesloten zit als in een gevangenis. De laatste tijd heb ik veel tijd doorgebracht in de tuin, maar op zo’n regenachtige dag als afgelopen woensdag was ik toch vooral op binnen aangewezen. Dat was wat mij betreft de ultieme vuurproef. Ik kan gewoon niet meer wonen in mijn eigen huis. Misschien heb ik mij zelfs wel nooit echt thuis gevoeld in m’n eigen huis. Hoe dan ook, ik heb met mezelf afgesproken dat ik morgen nooit spijt ga krijgen van gisteren. Bij alles wat ik doe bedenk ik mij: ‘Stel, ik ga morgen dood. Ben ik dan blij met de keuzes die ik vandaag heb gemaakt?’ Op basis daarvan vorm ik nu besluiten. En die zijn soms best rigoureus ineens. Voel ik mij nu fijn in mijn eigen huis? Antwoord: Nee. Conclusie: Ik ga verhuizen. Ik heb zelfs al een huisje op het oog. Afgelopen donderdag was ik wat aan het rondneuzen op het internet en stuitte daarbij op een advertentie waar ik meer van wilde weten. Na wat mails over en weer heeft de eigenaresse van de huurwoning mij gisteravond gebeld. We hebben de afspraak gemaakt dat ik maandagmiddag langs kom om te kijken. Meer daarover vertel ik aanstaande maandag in mijn nieuwe blog! Hopelijk kan ik dan goed nieuws melden.

Behalve deze afspraak heb ik nog twee afspraken staan bij de fysio, een afspraak bij iemand die borstprotheses aanmeet, afspraak bij psychologe en een afspraak in het ziekenhuis bij de plastisch chirurg. Allemaal afspraken die mij een stap verder helpen in het kader van genezing, besef ik mij nu ineens.

 

Afspraak bij de plastisch chirurg

Met mijn arm gaat het gelukkig al stukken beter. De antibiotica heeft z’n werk goed gedaan. Doordat ik m’n arm 1,5 week zeer slecht heb kunnen gebruiken heeft m’n arm wel weer achterstand opgelopen qua beweeglijkheid. Ook het litteken heeft te lijden gehad onder het nauwelijks kunnen gebruiken van mijn arm. Die is ook strakker komen te staan. Daarvoor heb ik speciale oefeningen mee gekregen van mijn fysiotherapeut. Omdat een ontsteking ook geldt als een overbelasting van de arm, is het van extra groot belang om mijn arm goed in beweging te houden. Een gevolg van overbelasting kan het optreden van vocht in die arm zijn. Met een A4tje vol oefeningen die ik iedere dag doorloop zal er hopelijk geen vocht op gaan treden.

Afgelopen donderdag had ik mijn eerste check in het ziekenhuis. Eerst bij de bestralingsarts en daarna bij de regieverpleegkundige. Gelukkig was alles goed. Voelde toch wel als een grote opluchting. De hersteloperatie kan vanaf een half jaar na de laatste bestraling plaats vinden. Mijn laatste bestraling had ik op 26 juni, dus vanaf eind december zou ik onder het mes kunnen. Ik wil wel weer zoveel mogelijk fit en goed voorbereid de operatie in gaan. Om alvast een beeld te krijgen hoe die operatie er ongeveer uit zal gaan zien heb ik over 2 weken al een afspraak met de plastisch chirurg. Er zijn ook mensen die niet voor een hersteloperatie kiezen. Die keuze respecteer ik en begrijp ik ook. De reden waarom ik wél voor een hersteloperatie kies is omdat ik nog vrij jong ben en niet de rest van m’n leven er ‘verminkt’ bij wil lopen. De enige reden wat mij zou weerhouden van deze operatie is angst. Vooral de angst voor het onbekende. Dat is voor mij geen reden meer om de operatie maar te laten zitten. Ik weet dat ik in goede handen ben ik het ziekenhuis. Dat heeft de ervaring wel geleerd de laatste maanden. Eerst heb ik voor binnenkort nog een afspraak bij een bedrijf staan die borstprotheses maakt. Die wil ik toch graag laten aanmeten. Ik heb nu nog een soort noodprothese, van stof. Op zich niks mis mee, maar die verschuift snel en wordt snel wat vies.

De dagen vind ik nog steeds bijzonder.. Soms bijzonder verdrietig en dan weer bijzonder fijn. Zodra ik wakker word ‘s ochtends ben ik weer in het ziekenhuis in m’n hoofd. Gelukkig heb ik geen vervelende dromen over het ziekenhuis of de behandelingen. Wel heb ik in vrijwel alle dromen die ik droom kanker. Dat zal ook nog wel even zo blijven, denk ik.

Op een andere manier bijzonder is het om het paardrijden weer op te pakken. Het gemak waarmee het rijden nu gaat in vergelijking tot een jaar terug. Tot vorig jaar was ik behoorlijk bezig met het verwezenlijken van rijtechnische doelen die ik mezelf had gesteld. Daar lag zó mijn focus op dat daardoor het rijden juist lang niet altijd even goed ging. Juist door de druk die op het rijden lag. En dat voelt mijn paard maar al te goed aan. De afgelopen maanden heb ik niet veel kunnen rijden, maar de keren dat ik heb gereden ging het erg goed. Afgelopen weekend heb ik ook weer even gereden en vanwege mijn wat verbeterde concentratie en conditie kon ik het deze keer wat langer volhouden. Mijn paard liep als een zonnetje. Pakte alle oefeningen met gemak op. Mijn zit is ook een stuk verbeterd in de zin van dat ik op kan stappen en gelijk zít. Eerder had ik even de tijd nodig om m’n lichaam los te krijgen, maar daar is nu geen sprake meer van. Of dit nu aan de fysiotherapie ligt of het puur een mentaal stukje is.. zeg het maar. Ik ben er in ieder geval erg blij mee.

Ontsteking

Afgelopen maandag ben ik geprikt door een mug. Resultaat: een forse ontsteking in mijn ‘slechte’ arm. En wel aan de binnenkant van mijn bovenarm, daar waar het normaal gesproken al zo pijnlijk is. Wat voelde ik me er ellendig door. De huisarts legde uit dat zoiets als een muggenprik in mijn geval al snel een ontsteking kan worden door mijn verminderde weerstand. Voelde me grieperig en erg moe. Nog een paar dagen moet ik voor ik de antibioticakuur heb afgerond. Wat een heerlijkheid om capsules door te slikken.. Niet dus. Die moeheid is onder andere ook te verklaren door de hitte van de afgelopen dagen. Daar kan ik ook vreselijk slecht tegen. Heb veel op bed gelegen de afgelopen week. Ik kon gewoon niks anders. Dakramen tegen elkaar open en klein ventilatortje aan die op mijn nachtkastje staat. Zo was het nog een klein beetje te doen. Die hitte put me uit en maakt dat ik overdag tot bijna niks in staat ben. Het maakte me zelfs wanhopig omdat ik er ook zo benauwd door word. Vandaag is het gelukkig een stuk koeler. Het waait flink door hier in de slaapkamer. Mijn plan is om vanmiddag naar Meagan te gaan. Eindelijk weer. Ik heb zelfs heimwee naar dat dier. De komende dagen zal het me wel lukken om haar te kunnen blijven zien. Het KNMI zegt dat het na donderdag wéér zo heet wordt. Dan word het voorlopig weer even niks, ben ik bang.

Gisteren is het me gelukt om mijn voortuin zelf onkruidvrij te maken. Omdat ik bijna aan het water woon waait het er eigenlijk altijd. Het was niet al te warm en zon was er ook nauwelijks. Ik besloot even te kijken hoever ik zou kunnen komen. De tuinstoel stond klaar om in op adem te kunnen komen. Daar heb ik ook veel gebruik van gemaakt. Ondertussen werd ik aan de praat gehouden door buren die wilden weten hoe het met me ging. Zelfs iemand die ik niet eens ken vroeg me hoe het met me ging. Om vervolgens van wal te steken over sterfgevallen in hun familie en chronische ziektes. Na een tijdje begon de lucht toch wel erg te betrekken en erg hard te waaien. Ik besloot mijn werkzaamheden even te staken en op een veilige plek en afstand te kijken naar de harde regen die vervolgens naar beneden viel. Uiteindelijk heb ik mijn tuin grotendeels klaar kunnen krijgen. Ik was trots op het resultaat. Vanaf het begin werd ik vergezeld door een vlinder. Een koolwitje. Die cirkelde vrolijk door mijn tuin en was er ook weer na de grote regenbui. Volgend jaar wil ik een vlinderstruik in mijn tuin.

Wie zegt dat ik beter ben?

Afgelopen dinsdag was ik weer in het ziekenhuis. Eerst had ik een afspraak met de wondzorg, op de bestralingsafdeling. Daarna had ik een afspraak bij mijn oncoloog. Geen van beide afspraken zag ik tegenop, maar van het weer zijn in het ziekenhuis raakte ik erg in de war. In de wachtkamer bij de bestralingsafdeling zag ik mensen zitten wachten ,zoals gebruikelijk is in een wacht-kamer. Ik wilde ze het liefst allemaal meenemen. Het kwam erg bij me binnen. Tegenover mij zat een man die aan het bellen was. Hij had duidelijk een infuus in zijn hand gehad gezien de rol verband die eromheen zat. Al bellende kwam ik erachter dat hij een hersentumor had. Ook niet mis. Al die keren dat ik naar de bestraling ben geweest heb ik het nooit zo moeilijk gevonden om daar te zijn. Deze keer was het anders. Ik besefte me ineens weer dat ik kanker had gehad. ‘Of.. heb ik nog steeds kanker? Ben ik eigenlijk wel beter? Wie zegt dat ik beter ben?’ De geur in het ziekenhuis deed mij denken aan de chemo’s. De aanblik van ziekenhuisbedden deed mij weer terug voeren naar mijn operatie. De artsen in hun witte jassen deden me denken aan alle onderzoeken. Ik vond het erg confronterend. Wat is ‘beter zijn’ eigenlijk?. Ik zal pas na 5 jaar beter worden verklaard als ze geen nieuwe kanker hebben kunnen ontdekken. Dus ik ben in feite niet ziek én niet beter. Lastig.

Mijn eerste officiële check heb ik op 30 juli a.s. Ik zou het liefst door de MRI en CT gaan om er daarna nog een mammo, echo en bloedonderzoek achteraan te plakken om er écht zeker van te zijn dat de kanker nu weg is. En zelfs dat zou me niet gerust stellen. Ik heb op die dag alleen een lichamelijk onderzoek. De arts gaat dan kijken of ze mogelijk nieuwe bultjes/afwijkingen kan ontdekken in het bestraalde gebied. Daar blijft het dan bij. In november krijg ik wel weer een mammografie. Dat schijnt één keer per jaar te gebeuren. Ze zullen er wel goed onderzoek naar hebben gedaan wat het beste is voor mensen als wij. Ik moet er maar op vertrouwen dat ze de juiste keuzes voor me maken.

De dagen zoals ze gaan

Alles gaat een beetje z’n gangetje. Ik ben nog steeds vooral erg moe en kan me slecht concentreren. Daarom doe ik ook zo min mogelijk wat lang mijn aandacht vraagt. Ik probeer om de 2-3 dagen naar m’n paard te gaan en soms lukt het om twee dagen achtereen te gaan. Dan rijd ik een kwartier – half uurtje om er vervolgens tevreden vanaf te komen. Afgelopen zondag heb ik zelfs een drafje ingezet. Dat was eigenlijk om van die ellendige dazen en vliegen af te komen, maar eenmaal in draf viel het mij niet tegen. Wel ben ik snel buiten adem en heb ik snel last van mijn schouder. Maar ik zal toch zeker zo’n 10 minuten gedraafd hebben al met al. Een week of wat geleden ben ik voor het eerst naar de supermarkt geweest. Wat een ellende om boodschappen te doen in een winkel waar zoveel keus is. Zoveel kleuren, beelden en beweging die m’n aandacht opeisen. Kiezen tussen twee producten word ik wanhopig van. Alleen het ‘moeten’ maken van een keuze legt al zoveel druk op mij dat ik gelijk blokkeer. Zo gaat het met alles. Vraag mij zoiets simpels als: ‘Wil je koffie of thee?’ en je loopt al het risico iets naar je hoofd gesmeten te krijgen. Al zou ik dat nooit echt doen natuurlijk, maar de intentie is er.

‘s Ochtends lig ik nog lang op bed wanneer ik eenmaal wakker ben. Ik bedenk me eerst hoe ik me voel, al is dat nog niet heel duidelijk te zeggen op dat moment. Pas na een uur of 3 komen ik van bed af. Dan heb ik een aantal Donald Duck’s versleten en al stiekem m’n laptop opgestart. Dat zijn maar korte verhaaltjes, waardoor ik al een beeld krijg van mijn concentratievermogen van die dag. Zodra het me lukt om de laptop op te starten weet ik dat m’n hoofd in ieder geval íets aan kan. Ik bekijk even de laatste berichten op Facebook, Twitter en ga vervolgens naar de site van het AD om het laatste nieuws te lezen. Zo ben ik ‘s ochtends al behoorlijk op de hoogte van wat er zich in de wereld afspeelt. Uiteindelijk bekijk ik mijn e-mail. Het is vaak pas begin van de middag dat ik m’n bed verlaat. Dat geeft niks, want mijn lichaam geeft aan dat het zo lang de tijd nodig heeft om op te starten. En echte verplichtingen heb ik toch weinig.

In mei volgend jaar doe ik mee met een voetbalcompetitie, speciaal voor kankerpatiënten. De site is nog in de maak, maar je kunt alvast op www.ikvoetbaltegenkanker.nl een kijkje wagen. Er zullen bekende Nederlanders mee voetballen. Het lijkt me in ieder geval al een hele ervaring met zoveel gelijkgestemden een dagje op te trekken.

 

M'n haar groeit lekker door

M’n haar groeit lekker door

Afscheidsbrief

Ik wilde deze brief aan jou beginnen met ‘beste kanker’. Maar zo best ben jij helemaal niet.

Je hebt mijn lichaam kapot gemaakt. Je hebt mij ziek gemaakt zonder dat ik dit zelf door had.

En wel zo ziek dat mijn leven in gevaar was.

Chemotherapie was het eerste middel om jou kapot te krijgen. Hardnekkig was je. Dat bewees je door opnieuw te gaan groeien na de laatste chemo.

Het was een gevecht tussen jou en mij. Opgeven was geen optie. Hoe ziek ik ook was.

Mijn lichaam raakte zo verzwakt dat ademhalen al energie kostte. Je realiseert het je vast niet. Misschien heb je er zelfs wel om gelachen. Maar ik wist dat ik als laatste zou lachen.

Vechten zou ik. Dagen waren er dat ik niet van mijn bed af kon komen. Overleven was het enige doel.

Tijdens de operatie werd jij verwijderd. Ik weet hoe graag je had willen blijven zitten om verder te groeien. Helaas was ik jou allang spuugzat. Je moest eruit. Je had meer dan genoeg schade aangericht.

Het enige wat nog resteerde waren bestralingen om jouw eventuele kleine nakomelingen kapot te maken. De foetus-kankercellen vernietigen, zodat al jouw sporen nooit meer vindbaar zouden zijn.

En nu leef ik nog steeds. Meer dan ooit zelfs. Je hebt je doel gemist.

Helaas voor jou, gelukkig voor mij.

Vaarwel.